Zindering (eten)
Gepost op May 4, 2016 door Oxysept
Eigenlijk wilden we naar Kloek in de Nachtegaalstraat, maar omdat het daar ramvol was kwamen we in Zindering terecht, het restaurant in de Stadsschouwburg aan het Lucasbolwerk. Dit fraaie gebouw van architect Dudok (niet te verwarren met de voormalige keeper van Feyenoord) is onlangs heropend na een langdurige verbouwing, maar ik weet niet of Zindering daarbij ook is meegenomen, want het is nog steeds een vrij sfeerloze, overdadig uitgelichte ruimte. Maar goed, een mens moet toch eten, zou mijn oude vader zeggen als hij erbij was geweest.
Mijn twee disgenoten en ik hadden het geluk iets na half negen te arriveren. Alle theatermenu-eters waren net vertrokken naar de twee schouwburgzalen voor een avondje topamusement, en op een verdwaalde zoetewittewijndrinkster van middelbare leeftijd na waren wij de enigen in de zaak. Mooi, want ik hou niet van mensen. Wel van wijn, en ik trof het: al vlot kwam er een prima fles rood op tafel – de naam is mij even ontschoten, ik heb alleen het woord ‘Tempus’ onthouden van het etiket. Misschien was het deze. De tijd vliegt snel, gebruik hem wel, dacht ik, en schonk schielijk in.
We bestelden alle drie het ‘Gebraad van lam’ en kregen vervolgens eerst een amuse opgediend, bestaande uit een gemarineerd stukje biet met naar ik meen gefrituurde wortel en een crèmepje van het een of ander. De biet was aangenaam friszoet, maar verder hadden de onderdelen net zo veel met elkaar te maken als een Prittstift, een reiger en een klapstoeltje. Maar goed, een mens moet toch eten. Of had mijn oude vader dat al gezegd?
Alweer tamelijk snel daarna werd ons hoofdgerecht afgeleverd. Dat was wel even andere, eh, koek. Mals, rosé (of roze, zoals sommige mensen zeggen) lamsvlees dat je bijna van je vork kon slurpen, zo sappig. Disgenoot Z. raakte er zelfs een beetje door ontroerd. Als garnituur (kan dat woord nog?) lagen er wat tuinbonen en pancetta op ons bord – ook prima binnen te houden, net als de ‘extra’ bestelde salie-aardappelen. De Utrechtse horeca heeft nog niet door dat groente het nieuwe vlees is, dus had ik er uit voorzorg ook de mesclunsalade maar bij besteld (hé, daar was de biet weer) om aan mijn tweehonderdvijftig gram groente per dag te komen. Die mesclun is geen miskleun, dacht ik al etend, en overwoog op basis van dit ijzersterke grappenmateriaal alvast een avond in de Blauwe Zaal te boeken.
Het was nog steeds lekker rustig. Ik schonk nog maar wat wijn bij om aan mijn twee glazen alcohol per dag (LOL) te komen, prikte het laatste tuinboontje aan mijn vork en toen ik weer opkeek zaten er een slordige honderdvijftig mensen om mij heen – blijkbaar was er net een voorstelling afgelopen. Met dit soort gekkigheid qua bezoekersstromen hebben die arme mensjes van Zindering elke dag maar te dealen, net als hun branchegenoten van Het Gegeven Paard onder in TivoliVredenburg. Ze leken er overigens niet van in paniek te raken, maar gingen nou ook niet bepaald harder lopen.
Toch wisten we nog net het kaasplankje van boerderij Lindenhoff met kletsenbrood en perenstroop te bestellen. Dat was wel lekker, maar niet heel spannend – een beetje zoals ikzelf, eigenlijk. Helaas was de helft van het kletsenbrood knoerthard en de stroop niet bijzonder stroperig. Inmiddels had het aantal gasten een apocalyptische vorm aangenomen en zag de bediening ons niet meer zitten, dus besloten we de koffie maar in De Stad te doen, een gezellig bruin café even verderop waar we al een paar keer eerder waren geweest.
Bij het opmaken van de kassabon kwam er nog wat bonuszindering: eerst kreeg ik een bon voor de verkeerde tafel, toen voor de goede maar met wat verkeerde items, toen kwam “de leidinggevende” erbij voor een potje hoofdrekenen waar Wim Huygen nog een puntje aan kan zuygen en na drie keer en evenzoveel excuses had ik de goede bon. Jammer dat niemand van de bediening tijd had om het Benny Hill-muziekje op te zetten, dan had ik dit akkefietje ‘performance-art’ kunnen noemen en was ik op weg naar de uitgang met de pet rondgegaan. O kunst die stijgt uit ‘t dwaerlend Leven en aan der tijden nood ontgaat…
Smaak: 7,5
Prijs/kwaliteit: 7
Ambiance: 6
Bediening: 6
Die dame links naast Wim Huygen moet Maud Krabbendam zijn. Toch?
“Dat was wel lekker, maar niet heel spannend – een beetje zoals ikzelf, eigenlijk.” … hahaha!
Lekker hoor Oxysept, fijn om weer nieuwe updates te krijgen van het immer veranderende horecalandschap in het Utrechtse stadje U. En wat hebben we weer gelachen;)
Tis anders allemaal serieus bedoeld!
Maud Krabbendam! Henri Knap! Maartje van Weegen! Bob Bouma!
Waar zijn zij toch gebleven?
Bob Bouma en Henri Knap zijn al een tijdje wijlen. Maartje van Weegen is met pensioen. Over wat Maud Krabbendam tegenwoordig doet, is niets te vinden… Terwijl ze toch een Leontine Ruiters avant la lettre was. Of eigenlijk avant les chiffres. Ah! Aahaha!
Overigens hoorde ik zaterdagnacht nog een leuke anekdote over Maartje van Weegen. Maar ja, privegesprekken knal je niet zomaar online.
Vertel, vertel!
Is prive!