San Siro
Gepost op November 5, 2015 door Olaf
Sommige restaurants zijn als blinde vlekken: je loopt er vrijwel wekelijks langs, maar registreert ze niet. Zo’n restaurant is San Siro ook. Tenminste, wel bij mij, want totdat Paalman (inmiddels wereldberoemd door zijn optreden in de bestseller Boek (256 blz.) van Maarhoewashet-auteur Oxysept) ons erop attendeerde, had ik het echt nog nooit gezien. Maar dat is dus veranderd! Sterker nog, ik heb er in twee weken tijd maar liefst twee keer gegeten.
San Siro zit aan het Oudkerkhof (schuin tegenover het gemeentehuis) en zegt ‘de Italiaanse keuken in haar puurheid en eenvoud uit te willen dragen, door traditioneel en ambachtelijk te koken met eerlijke smaken’ (ja ja, lees de website maar). Een soort Utrechtse Jamie Oliver in restaurantvorm dus. Italianen kunnen natuurlijk al heel lang heel goed wat organische baardhipsters nu heel modern vinden. Dat belooft wat!
Het interieur ziet er knus uit door de ‘sfeervolle’ schemerige verlichting en veel donkere kleuren. Vanwege het hoogpolige grijze tapijt aan de muur en het kussen waar je diep in wegzakt op een achterpodium komen er behoorlijk wat voormalige-nachtclub-vibes bij mij naar boven, maar dat kan ook mijn wilde fantasie zijn. Het personeel, in Oxy Vanish-witte overhemden (hoe doen ze dat toch?) verwelkomt ons vriendelijk. Al met al een goede binnenkomst. Wat ook opvalt: een volle bak.
De menukaart is inderdaad klassiek Italiaans, geen wilde hipsterverassingen hier. Voorgerechten zijn rond de 12 euro, dan twee kleine pastatussengerechten van 9,50 euro, en hoofdgerechten van rond de 19 euro. Desserts gemiddeld 8,5 euro.
Vooraf bestelde ik de kleine antipasti, een ‘proeverij’ van kleine voorgerechten, onder meer bruschetta, prosciutto, baccala (gezouten kabeljauw met kruiden op brood), vitello tonnato, et cetera. Disgenote M. bestelde de carpaccio. De antipasti is lekker en ook meer dan genoeg. Ik vond de vitello tonnato niet zo geslaagd, miste de saus met tonijnsmaak hier compleet. De grote baccala was de eerste keer dat ik hier was VEEEEEEL te zout, de tweede keer was de kleine baccala in mijn antipasti perfect op smaak en in balans.
Dan de carpaccio. Daarbij werd al verteld dat deze gemaakt is op de ‘authentieke Italiaanse manier’ en dus met dikke plakken vlees in plaats van heel dun gesneden. ‘Want heel vroeger hadden ze in Italië ook geen vriezer om het vlees te bevriezen en dan dun te kunnen snijden.’ Tja, wat zal ik zeggen? Carpaccio is bedacht door een Italiaanse meneer in 1963 (dankjewel Wikipedia) en het lijkt me stug dat ze toen geen vriezers hadden. Anyway, het gaat om de smaak. En deze carpaccio was A) veel te dik gesneden en B) onder de mayonaise gekwakt. Kortom: niet lekker, geen succes. Dan kan je alle authentieke (verzonnen) verhalen uit de kast halen, maar als het niet smaak dan smaakt het niet. Simpel.
De hoofdgerechten dan. Ook simpel: allemaal top! De eerste keer had ik de spaghetti aglio e olio, een eenvoudige klassieker die je heel makkelijk kunt verkloten. Maar deze was perfect. M. had de rode poon, met onder meer gnocchi en caponata. De gnocchi had volgens haar ook gemist kunnen worden, voegde niet echt iets toe aan het gerecht, dat zonder gnocchi al lekker was. De vis was goed op de huid gebakken.
Deze tweede keer at ik open ravioli met bloemkool, spinazie, geitenkaas, geroosterde hazelnoten en truffelsaus. Deze was ook goed, maar had wel wat minder ‘sauzerig’ gemogen. De vorige keer hoorde ik de rest van ons gezelschap ook smikkelen en smullen van hun hoofdgerechten, iedereen was duidelijk meer dan tevreden. M. en ik dronken er wat witte huiswijn bij, die smaakte niet overweldigend, maar was prima voor bij het eten. Nog koffie met limoncello na, altijd prettig. Per persoon waren we ongeveer 50 euro kwijt. Dat is voor de kwaliteit prima in orde.
Het eten is kortom meer dan goed. De voorgerechten zijn oké, maar de hoofdgerechten zijn echt goed. De bediening is vriendelijk en snel, al hadden we helaas de eerste keer een dame die precies geen enkele keer heeft kunnen glimlachen. Als je chagrijnig bent kun je beter thuis blijven dan in een restaurant te gaan werken. Maar goed, de rest van het personeel compenseerde haar meer dan genoeg.
Al met al een positieve ervaring, als ik zin heb in klassiek Italiaans eten dat goed gemaakt is kom ik hier zeker terug. En bij het naar buiten lopen zagen we ook ineens waarom Paalman dit zo’n leuke tent vindt: er zaten opvallend veel platinablonde voetbalvrouwen.
Smaak: 8
Prijs/kwaliteit: 7,5
Ambiance: 8
Bediening: 7 (1 punt aftrek door de niet-lachende serveerster)
Voetbalvrouwen: 10
Ter aanvulling: De rode huiswijn was bijzonder goed binnen te houden, veel beter dan die fles koude witte die disgenoot T. eerst had besteld, maar dat vergeven we hem omdat het zijn afscheidsdiner van het Nederlandse landje N. was.
Speaking of Nederland: het kaasplankje met oude port was ook lang niet verkeerd. Dat van die niet-lachende serveerster heb ik overigens niet opgemerkt – waarschijnlijk was ik te druk met het lachen om mijn eigen grapjes.
Ik vind wel dat je de Wikipedialink van ‘Diepvriezer’ erbij had moeten zetten voor de volledigheid. Hier dan: https://nl.wikipedia.org/wiki/Diepvriezer