Saté-met-frietbattle: Eetcafé Bram versus café Ubica
Gepost op January 16, 2015 door Oxysept
Het is een beetje ondergesneeuwd door de moordaanslagen en gijzelingen in Parijs, maar daarom niet minder erg: café Tilt heeft de saté met friet van de kaart gehaald. Zelf ben ik door dit nieuws ook al weken van de kaart, want niet alleen ik, maar ook bijna alle andere medewerkers van MHWH waren grootafnemer. Omdat een avond heen en weer lopen voor de Tilt met een kartonnetje met de tekst Je suis Saté avec frites niets heeft geholpen (zelfs Sheriff keurde mij geen blik waardig), heb ik besloten op zoek te gaan naar een alternatief. Deze week de eerste twee kandidaten van de Utrechtse saté-met-frietbattle.
Ergens vorige week belandde ik met E. en Z. in eetcafé Bram (voorheen Het Licht) aan de Biltstraat. Eetcafé Bram valt nog het best te omschrijven als een grote, tamelijk saai ingerichte ruimte vol gewone mensen. Ook de menukaart is niet pretentieus: je vindt er het standaardeetcaféwerk als carpaccio, biefstuk, tonijnsteak, broodje hamburger en… saté!
Na wat inleidende drinks kwamen onze gerechten (biefstuk, hamburger en saté) binnen een acceptabele wachttijd op tafel. We kregen er een bak friet en een bak salade bij. De saté bij Bram (15,50 euro) is van varkenshaas, net als die van de Tilt (snif). Het vlees was mals, maar de satésaus had weinig met satésaus te maken: het was een soort ingedikte vleesjus met een onaangenaam zoute, bouillonachtige smaak, bijna een moordaanslag op de smaakpapillen.
Aan de andere kant: E. was goed te spreken over zijn biefstuk en Z. was zelfs zeer te spreken over zijn hamburger, maar daar zat dan ook spek op, en Z. vindt alles lekker als er spek op zit. De friet was zo heet dat ik ‘m eigenlijk niet goed heb geproefd en de salade was best aardig binnen te houden, zo aardig dat we nog een bakje wilden bestellen, maar dat durfden we niet, want drie mannen die een extra bakje salade bestellen is enorm gay.
Z. nam daarna een ‘chocolade-lava-cake’ als dessert die hij grommend van genot verorberde (terwijl er niet eens spek op zat) en E. koos iets wat op de kaart stond omschreven als ‘Chocolaatjes – Verschillende chocolade, met een koffie/thee naar keuze’. Hij kreeg een bord met in het midden een kopje koffie, eromheen lagen twee Ferrero Rocher-bonbons. Ik zeg het nog maar een keer: eromheen lagen twee Ferrero Rocher-bonbons. (Plus wat slordig verspreide bruine en witte chocoladerozijnen.) Een gênante vertoning, niet alleen vanwege het hoge ninetiesgehalte, maar ook vanwege de prijs: 6,50 euro. Als je dit dan toch op de kaart zet, noem het dan Gênante vertoning in plaats van Chocolaatjes. ‘De feestjes van de ambassadeur staan bekend om de goede smaak van de gastheer,’ was het enige wat E. nog kon uitbrengen.
Een paar dagen later kreeg ik een sms’je van Paalman. Hij wilde naar ‘dat café schuin tegenover De Zaak’, want daar had hij vorige week ‘een lekker wijf naar binnen zien glippen’. Dus spraken we om 19.11 uur af in café Ubica aan de Ganzenmarkt, onder in het voormalige kraakpand dat een voormalige matrassenhandel was die een voormalig stadskasteel uit 1302 was. Erboven zit een hotel en ernaast een café dat geloof ik bij het hotel hoort en volgens mij is alles met elkaar verbonden, maar ik had geen zin om me daarin te verdiepen want ik zat heerlijk onderuitgezakt met een La Chouffe in een van de luie stoelen bij de ingang.
De inrichting valt nog het best te omschrijven als warm-industrieel of nieuw ruig, zoals onze collegarecensent van de Volkskrant het altijd noemt. Leuk is dat een van de stokoude muren van het pand in tamelijk oorspronkelijke staat beneden in de wc-ruimte is te bewonderen. Ook leuk: we hoefden voor het eten niet naar het achterin gelegen restaurant te verkassen, maar mochten van het vlotte & aardige personeel gewoon op de lage ronde tafel bij onze luie stoelen eten. Paalman bestelde de ossenhaas en ik de saté en de boel kwam snel op tafel, mede omdat er verder weinig eters waren, neem ik aan.
Hoewel Paalman gemiddeld eenentwintig keer per week uit eten gaat, had hij zelden zo’n lekkere ossenhaas gegeten, meldde hij mij met volle mond. Ikzelf was ook behoorlijk tevreden over mijn kipsaté (16,50 euro): het vlees was nog net mals genoeg (altijd lastig bij kip) en de satésaus smaakte naar satésaus. Wat kroepoek en atjar erbij, niet zomaar op het bord gekwakt maar netjes neergelegd met gevoel voor verhouding en presentatie, wat voor een estheet als ik toch wel belangrijk is. Ook de friet en de salade waren naar behoren. ‘Zo moeilijk is het verdomme toch ook niet, allemaal?’ vroeg ik aan Paalman, maar die was afgeleid door een langslopende vrouw in een kort rokje.
De uitslag:
Eetcafé Bram:
Smaak van de saté: 4
Prijs/kwaliteit algemeen: 6
Bediening: 7
Ambiance: 5
Café Ubica:
Smaak van de saté: 7,5
Prijs/kwaliteit algemeen: 8
Bediening: 8
Ambiance: 8
Ja… Dat ik hier laatst alweer een sate heb genuttigd. Nog steeds prima, alleen was de dressing op de salade nu geen balsamicoazijn meer, maar iets wat ik altijd omschrijf als ‘witte drek’. Ik kreeg er pijn in mijn maag en een ninetiesflashback van. What’s next, de revival van het ‘beenhammetje’ in ‘honing-mosterdsaus’? Nog erger: een paar dagen later kreeg ik bij cafe Tilt ook al witte drek op mijn salade. Doe eens niet!
Ja… Inmiddels is de sate met friet terug op de kaart bij Tilt!
Het slechte nieuws is dat dit een andere sate is dan voorheen en zoals iedereen inmiddels wel weet, hou ik niet van verandering.
Ik mis de subtiele accenten van citroengras of wat er ook maar in de satesaus zat. En die plens zompige koude natte ‘coleslaw’ die je erbij krijgt, daar loop ik ook niet echt warm voor.
Nou ja, de frieten en mayonaise zijn nog steeds erg lekker. Daarmee is deze sandwichkritiek compleet.