Bartje
Gepost op February 24, 2004 door Oxysept
Die economische crisis waar de koerant en het NOS journaal elke dag over berichten: je vraagt je eigen wel eens af waar die dan precies is. Bij mij thuis, ja, daar herinnert elk nieuw schrijven van de firma Rabobank mij aan. Maar verder?
Afgelopen zaterdag had ik om een uur of half zeven met P. in Springhaver afgesproken. Het plan was om wat te eten alvorens wij er een film met Nederlands acteren zouden gaan bekoekeloeren. In de gehele Springhaver: geen vrije stoel meer te vinden. Op naar ‘t Wed dan maar, want we hadden geen zin in al te veel polonaise aan ons lijf. De Vingerhoed: stampvol. De Reunie: stampvol. Opoe’s Eethuis: stampvol. Overal zaten er mensen voor tientallen, honderden, duizenden uiro’s te eten en drinken dat het een aard had, en niemand die aan de arme, hongerige negertjes in Afrika dacht.
Maar hoera! In cafe Bartje (aan de Donkere Gaard) was nog plek. Veel plek zelfs. Dat komt, Bartje wordt voornamelijk gefrequenteerd door corps- en andere studenten, en die zijn in het weekend allemaal bij hun pap en mam in Brabant. Ruimte genoeg dus voor P. en mij aan de bar.
Voor een bezoek aan Bartje geldt hetzelfde als voor de arme, hongerige negertjes in Afrika: maak je over het diner weinig illusies. Het is dezelfde stylee als die in bijvoorbeeld Het Pakhuis aan het Janskerkhof (waar ik ooit de smerigste gehaktbal uit mijn leven heb gegeten) wordt geserveerd. Er staan bij Bartje dingen als sate, varkenshaas met brie en een ‘mega-hamburger’ op de kaart, en nog zo wat studentenvoer. We kozen allebei de biefstuk met patat.
Na een stuk of wat Amsterdammers (Dommelsch) kregen we een eivormig bord voor onze snufferd, met daarop een dikke biefstuk, grote patatten, champignons, wat salade en een bakje mayonaise. Niet echt veel, maar ook niet weinig. Precies genoeg eigenlijk, en ook precies wat mijn lichaam nodig had na een vrijdagnacht in de Gabor’s.
P. strooide driftig peper en zout op zijn biefstuk, en na mijn eerste hapje volgde ik zijn voorbeeld. De champignons leken rechtstreeks uit een potje te komen, maar ach, de muziek van Frank Sinatra en het aardige barmeisje stemden mij mild. Tien uiro vijftig kostte het gebodene, geloof ik. Niet echt veel, maar ook niet weinig. Het was de juiste maaltijd op de juiste tijd, maar meer ook niet. Kortom: eet alleen in Bartje wanneer je een lichte kater hebt – of ‘brakjes’ bent, zoals de vaste clientele het zelf zou verwoorden.
Ambiance: 7
Smaak: 6
Bediening: 7
Prijs/kwaliteit: 6