Eggie
Gepost op October 19, 2004 door De ingenieur
Afijn, aangezien wij dit gehucht, het Utrechtse stadje U., binnenkort gaan verlaten, moesten de vrouw en ik toch nog maar een keertje proberen gezamenlijk uit eten te gaan, en dan niet bij een flauw restaurant, maar bij eentje waarover je kunt schrijven. En liefst eentje waarbij je kunt vermelden: ‘Hee, ik ben wel van MHWH, dus een beetje rap en lekker graag!’ Zo gezegd, zo gezegd.
Dus wij op zoek (zoekzoek in het archief) naar: Lot’s. ‘Goede prijs-kwaliteitverhouding,’ zeiden Tim en Oxysept (ik mag die kreet van de vrouw niet meer gebruiken, die is naar haar zeggen ‘typisch iets van mij’. Evenals ‘een andere toko’, waarmee ik niet noodzakelijkerwijs altijd bedoel ‘een andere Chinese groothandel’. Wordt ze ook niet goed van. De vrouw.) Of eventueel naar: Deeg. Al had ik niet per se zin in brood of pasta.
Nu hebben wij in ooit vroeger in Lot’s, toen het nog gewoon De Lekkornij heette, de conceptie van onze eerstgeborene gevierd, onder het nuttigen van een fles heerlijke wijn, en onder het luisteren naar Nina Simone (die ook best andersom had kunnen heten) met haar Hair-uitvoering van I Got Life. Tranen-met-tuiten destijds, dat begrijpt u. Dus Lot’s heeft veel historie voor ons gezinnetje. Vandaar dat we ook best happy waren toen we onderweg ernaartoe, hedenavond op de Neude, richting de Ganzenmarkt, de voormalige De Hoofdjes ontwaarden, inmiddels genaamd Eggie. En ondanks dat Olaf hier in maart al over berichtte, willen wij graag zijn toenmalige mening, die blijkbaar toch wel erg door geld en de voor een restaurant altijd moeilijke lente-inkopen beïnvloed was, nuanceren.
Eggie. De naam Eggie, ik weenie. Soortie van nie kennie voor een restaurant dat zich serieus neemt. Ernaast zit restaurant Zon. Die verkopen Spaanse hapjes. En zag er erg vrolijk uit. Maar nee, zei de vrouw, we gingen ooit nog een keer bij de Hoofdjes eten. Dus wij bij Eggie naar binnen.
Nu was de Hoofdjes, vroeger, elke dinsdagavond als ik naar de sneak ging, afgeladen vol. Zo ook Eggie, aldus Olaf in maart. Maar tijden veranderen. Vele tafels, maar slechts 8 bezet, en daarvan het merendeel al bijna klaar met eten als wij om half 8 arriveren. Van die mensen die in Spanje om kwart over zes warm eten willen en zich dan tot tien uur moeten volgieten met tequilla dan wel sangria, zodat van echt de Spaanse keuken leren waarderen niks meer komt. Maar dit terzijde.
We mochten kiezen waar we gingen zitten. Aan het raam dus, met uitzicht op het Utrechtse stadje U. Alwaar we de eerste Utrechtse travestiet langs zagen komen. Gaan we dan toch te vroeg de stad verlaten? Verder een verdwaalde student en vooral heel weinig mensen.
De oobster deed de raamverwarming (!) aan, want het tochtte nogal. Nu wordt de vrouw, zoals het een vrouw betaamt, daar niet warm (wel koud) van, dus moest ik mijn jasje afstaan. Afijn, je hebt wat over voor zo’n leuke meid.
De huiswijn dan maar. Achttien euri, maar dan heb je ook een lekker wijntje. South of France vermeldt het etiket. Vast een plaatsje in Texas USA. Het heet Carnache of zoiets. Best binnen te houwen. Rode wijn is het. Die kleurt zo vrolijk bij vlees en bij vis.
Maar dan. Het menu. (Het ‘landenmenu’ was ditmaal Israël, of eigenlijk ‘de Joodse keuken’ aangezien Israël niet was gelukt, en daar voelden wij niet zoveel voor, een voorafje met granaatappels, wat warme pistoletjes tussendoor en een bombe van ijs na). Dus vooraf: de vrouw coquilles in saffraan gemarineerd, met gerookte aardappeltjes en een kreeftsaus. Daarmee, beste lezer, is eigenlijk de hele avond samen te vatten. Coquilles van Eggie, lang niet sleggie. En: voor Eggies coquilles sta ik uren in de files. Wat een heerlijkheid. Zelden zoiets geproefd. (Zei de vrouw, want u denkt toch niet dat wij zo’n stel zijn dat van melkanders bord gaat zitten eten, kom nou toch zeg…) Zij vond mijn hazenrug met ridderzwammen ook prima, en ikzelf waardeerde bovendien de composities op beide borden. Kortom: een voorgerechtje dat het lange wachten waard was (overigens prima gerelativeerd door de bediendsters).
Oja, over de bediendsters. Leuke meiden! Niet te oud, niet te jong, niet te slim, niet te dom, niet te blasé, niet te onervaren, maar: met humor. Kom daar nog maar eens om in het Utrechtse stadje U.! Tien punten dames. (Of nee, tien euri fooi voor jullie, bedoel ik.)
(Niet te uitgebreid schrijven ingenieur, anders lezen de mensen het niet meer. Ach man, ik woon hier nog precies twee weken, laat me toch!)
Het hoofdgerecht. Om de zaken netjes te spiegelen bestelde ik toen visch en de vrouw wat vleesch. Dus zij de borsten van een eend, en ik een gegratineerde Fruit de Mer, zoeen die warm en met kaas overgoten en voorzien van allerlei smaakjes is. Heerlijk! Vonden wij beiden. De winnaar opnieuw: de coquilles Saint-Jacques. Wat hadden de schurkjes in de keuken (gemiddelde leeftijd zo’n beetje die van de koksjongen uit The Cook, The Thief,…) ermee gedaan? Amandelrasp erover, en wat champignonnetjes (of wie weet weer ridderzwammetjes) erbij. Hmmmm! Smullon! De eend viel hierbij wat tegen, al was het maar omdat we (de Gratin was een enorme stellage, zoeen van ‘bruidstaart’ of ‘high tea’ en derhalve nogal een sta in de weg) eerst de schelpdieren verlosten uit hun lijden alvorens de inmiddels koude eend te eten. Maar lekker was die ook. Dat zeker.
Toen nog maar een toetje. Zij een wentelteefje, naar de gelijknamige serie bij het Villa Hotel, en ik een Amaretto-achtige substantie met vijgen erin en koekjes. Ook weer goddelijk, waar halen ze het vandaan?
Koffie na, en wat denk je? We durven gewoon de rekening te vragen. En wat schetst mijn verbazing? Nog geen 116 euri! Nou vraag ik je…
Enige details:
1. aan een muur hangen van die lichtgevende 2×2 kussentjes, 2 stuks, die allerlei lichttinten verspreiden. Ik dacht steeds: wil ik nou ook zo’n ding. Ik weet nu: ja, ik wil. Mooi man. En niet storend, althans wij zaten er ver genoeg vandaan…
2. als je aan het raam zit heb je slechts last van wat tocht (ja, wie gaat er dan ook eind oktober uit eten?) en op een gevement van de schoonmakers die het naastgelegen pand komen schrobben en daarvoor alle tl-balken van dat pand verlichten. Maar gut, zie je ook even wat er écht op je bord ligt. In het Eggie, zeg maar.
3. als deze toko (jaja!) iedere avond deze omzet draait maar toch het hele menu aan verse spullen moet inkopen zal het snel gedaan zijn met ze. Wat is dat toch? Ik vond het er gezellig en lekker! Of zou het inmiddels wat slechter gaan met de Economie, Jan-Peter?
Mijn lief en ik spraken tot slot de woorden: dit is in elk geval het waard om nog een keer voor terug naar het Utrechtse stadje U. te komen. (Let wel: dit gold in feite reeds bij het voorgerecht.) Nou! Wat wilt u nog meer?
Ambiance: 7.5
Smaak: 9
Bediening: 8.5
Prijs/kwaliteit: mag ik niet meer zeggen van de vrouw
(maar het was een dikke 8)